Rijen dik staan ze: de kurkumaplanten. Een mooi resultaat, misschien zelfs wel boven verwachting. "Met een technische hoogwaardige kas blijkt de teelt van kurkuma eigenlijk helemaal niet zo lastig", zegt Erik Janssen, docent-onderzoeker van de Hogere Agrarische School in Den Bosch. En dat voor een product dat in Europa nergens op grote schaal wordt gekweekt.
Vijf jaar geleden besloten het onderwijs, enkele Lingewaardse telers, bedrijven in de voedingssector en de gemeente Lingewaard samen op te trekken: een poging doen om specerijen die hier normaal nooit zouden groeien toch in de kassen gaan kweken?
Want geelwortel (kurkuma of koenjit) en zwarte peper groeien normaal gesproken alleen onder tropische omstandigheden.
"De gele en rode paprika's die nu in de supermarkt liggen, waren in de jaren vijftig ook nieuw in Nederland", zegt Henk Gertsen vanuit de Lingewaardse kwekersorganisatie. Dit alles onder de naam Ingrediënt Farm.
Belangrijkste redenen om het zelf te gaan doen: meer zicht op bestrijdingsmiddelen, minder vervoersbewegingen en een steeds grotere markt. "Want in de landen waar het groeit, neemt de middenklasse toe en stijgt de vraag. Bovendien koopt China steeds meer van deze specerijen op", doceert Janssen.
Hij wil maar zeggen: de lokale boeren daar worden niet weggeconcurreerd door Nederlanders. "Je ziet in eigen land een groeiende vraag naar kwaliteitsproducten uit eigen regio, snel en vers in de winkel."
Vijf jaar geleden was er een longlist, met vijf potentiële te kweken exotische specerijen in de Lingewaardse kassen. Gember, rode peper en vanille vielen toen af, al kan het zomaar zijn dat één van deze drie de komende jaren alsnog wordt opgepakt. Volgend jaar worden knopen doorgehakt.
Maar kurkuma en zwarte peper werden in 2018 de uitverkorenen en gingen in onderzoek en kleine productie. Janssen: "Hoe vermeerderen we de planten? Hoe gedragen de wortels zich? Welke grondsoort is het beste? Welke potmaat? Welke klimatologische omstandigheden? Er is dan zo ontzettend veel wat uitgeprobeerd en bestudeerd moet worden."
Zo is het aantal oogstmomenten opgevoerd van eens per jaar naar eens per half jaar. De eerste oogst ligt inmiddels bij een fabrikant van kruiden en specerijen.
Gertsen: "Vorige maand is besloten: we gaan door met deze proef. We hebben de teelt van kurkuma in de vingers, nu moeten de voedselproducenten verleid worden." Want de eerste oogst ligt bij de bedrijven en een deel bij de HAS.
[Zwarte peper in de kas] |
Zwarte peper gaat iets minder hard, het is een complexere plant om groot te krijgen. "Het is vooral lastig om een snellere groei te krijgen, want in Azië duurt het twee tot drie jaar voor de eerste oogst er is. Toch hebben we - na drie mislukkingen - inmiddels ook dit proces onder controle", zegt Janssen, terwijl hij resultaten in alle soorten en maten van deze plant laat zien. De zwarte peper under construction, waar de kurkuma al massaal met het beste resultaat in het gelid staat.
Tekst: Bernardo Van Hal. Verschenen op 13 juli 2020 in De Gelderlander.