Onderzoekers Erasmus MC: pas op met kurkuma

Onder borstkankerpatiënten leeft het idee dat kurkuma kanker kan bestrijden. Maar pas op, zeggen onderzoekers van het Erasmus MC na een nieuwe studie. Deze specerij tast de werking van een veelgebruikt kankermedicijn aan.
Het is een hype die al jaren hardnekkig standhoudt: de specerij kurkuma (geelwortel of koenjit) die in de Aziatische keuken wordt gebruikt zou een geneeskrachtige werking hebben op kanker. Curcumine, de werkzame stof uit kurkuma, zou in staat zijn om kankercellen op te ruimen. Bewijs hiervoor werd inderdaad in dierproeven gevonden.

Reden voor veel borstkankerpatiënten om extra veel van dit gele poeder over hun eten te strooien of capsules met kurkuma te slikken. "Veel patiënten redeneren: als je het ook kunt eten in een curry, kan het geen kwaad. Als het dan ook helpt tegen kanker, is dat mooi meegenomen. Maar daar komen wij van terug. Doe het niet", waarschuwt arts-onderzoeker Koen Hussaarts van het Erasmus MC.

De afgelopen twee jaar deed hij onderzoek onder zestien vrouwen met een hormoongevoelige borstkanker. Wanneer deze patiënten hun kankermedicijnen combineerden met driemaal daags een capsule met kurkuma, werd de medicatie minder goed in het bloed opgenomen. "En dat is gevaarlijk. Als deze vrouwen namelijk te weinig medicatie binnenkrijgen, kan de tumor weer gaan groeien", legt Hussaarts uit.

Zijn waarschuwing geldt voor borstkankerpatiënten met een tumor die gevoelig is voor hormonen, zo’n veertienduizend vrouwen in Nederland. Gemiddeld slikken zij tot vijf jaar na hun ziekenhuisbehandeling nog hormoonremmers. Deze pillen – het bekendst onder de naam Tamoxifen - moeten ervoor zorgen dat de eventuele achtergebleven kankercellen in het lichaam niet verder kunnen groeien of uitzaaien.

Veel kurkuma-slikkers
Hoeveel borstkankerpatiënten precies kurkuma gebruiken naast hun doktersrecept is niet bekend. De onderzoekers schatten dat het om 20 tot 30 procent gaat, afgaand op de vele verhalen die ze in de polikliniek horen. Het zijn met name jonge, hoogopgeleide vrouwen die de kurkuma-capsules bij de drogist kopen. "Dat is verklaarbaar", zegt Hussaarts. "Dit zijn vrouwen die - cru gezegd – nog relatief veel tijd voor zich hebben. Zij zoeken naast hun therapie naar manieren om zo gezond mogelijk door het leven te gaan. Daarbij raadplegen ze Google, vragen tips aan anderen en lezen alles wat ze kunnen vinden over het onderwerp."

De arts-onderzoeker behoort tot een speciaal team dat op zoek gaat naar de wisselwerking van voedingssupplementen en kankermedicijnen. Eerder al werd aangetoond dat Sint Janskruid de afbraak van chemotherapie kan versnellen.

Maar van kurkuma hadden de Rotterdamse onderzoekers eerlijk gezegd hogere verwachtingen. Dierproeven toonden namelijk aan dat de combinatie van hormoonremmers en de gele specerij gunstig uitpakt. De werkzame stof van het kankermedicijn nam toe in het bloed van muizen. "Maar bij mensen is het helaas andersom", zegt Hussaarts.

Met zwarte peper nog slechtere resultaten
Omdat kurkuma snel wordt afgebroken in het lichaam, nemen veel gebruikers het kruidenmengsel samen met zwarte peper in. Van zwarte peper is bekend dat het zorgt voor een betere opname van kurkuma door de darm. Ook dit werd onderzocht in het Rotterdamse lab, maar deze combinatie met hormoonremmers pakte nog ongunstiger uit. Gemiddeld nam de werkzame stof van de kankermedicatie met 13 procent af, maar bij sommige vrouwen was dit zelfs meer dan 30 procent.

Michal Heger deed jarenlang onderzoek naar curcumine, de werkzame stof uit kurkuma, bij het AMC. Hij noemt de studie van zijn Rotterdamse collega’s ‘een superbelangrijke vinding’. Toch vraagt hij om de specerij nu niet af te doen als ‘totaal waardeloos’. Curcumine kan volgens hem bij enkele andere kankersoorten de chemotherapie wél gunstig beïnvloeden. "Curcumine werkt niet genezend bij kanker. Dat is een doodzieke kankerpatiënt valse hoop geven, maar het kan bij verschillende kankersoorten ook de bijwerkingen van de chemo verzachten. Denk aan misselijkheid en pijn."

Samen met twee onderzoekers werkt Heger – nu verbonden aan de Universiteit Utrecht en de Jiaxing Universiteit in China - aan een meta-analyse van circa driehonderd klinische studies over curcumine wereldwijd. Nu al zegt hij ‘te kunnen verklappen’ dat de stof wel degelijk een positief effect heeft op tal van andere aandoeningen, zoals artritis, pijn en zelfs depressie. "In het geval van auto-immuunziektes als artritis is wetenschappelijk aangetoond dat curcumine de ontsteking in het lichaam vermindert", licht hij toe. Over een half jaar wil hij de uitkomsten publiceren. "Daarmee wil ik de discussie over de werkzaamheid van curcumine voor eens en altijd beslechten".

Bron en Bron.